Niet praten en blijven zitten waar je zit - deel 1 - Reisverslag uit Sauraha, Nepal van Elke Vierveijzer - WaarBenJij.nu Niet praten en blijven zitten waar je zit - deel 1 - Reisverslag uit Sauraha, Nepal van Elke Vierveijzer - WaarBenJij.nu

Niet praten en blijven zitten waar je zit - deel 1

Door: Elke

Blijf op de hoogte en volg Elke

26 Mei 2017 | Nepal, Sauraha



'We kennen de natuur goed en doen er alles aan om grote gevaren te voorkomen, maar het is en blijft de jungle en je bent hier op eigen verantwoordelijkheid', zegt de gids met wie ik op het punt sta dit 932 vierkante kilometer strekkende gebied met vier verschillende soorten vegetatie voor twee tot vier uur te voet te lijf te gaan. Ik had me die ochtend vooral heel erg druk gemaakt over de in een kano af te varen rivier en de daarbij behorende krokodillen die ik gisteravond op de zandbank had zien zonnebaden. Vanochtend in de kano zag ik er welgeteld één, die ook nog eens geheel ongevaarlijk bleek voor ons mensensoort. Nu de rivier achter de rug is en de gids staat te vertellen, besef ik me pas dat we met ons relatief beperkte zicht en gehoor in deze dichtbegroeide arena een gemakkelijke prooi zijn voor dieren die het op ons gemunt hebben en dat er wel wat meer te vrezen valt dan een stel semi-vegetarische krokodillen. 'Er zijn hier veel verschillende soorten dieren, maar vier daarvan kunnen voor ons levensgevaarlijk zijn'. De gids telt af op zijn vingers. 'De sloth bear, de neushoorn, de tijger en de wilde olifant'. Later werd hier nog een viertal vrij, vond ik persoonlijk, niet te onderschatten slangen aan toegevoegd, waaronder de Rock Python en de dodelijke King Cobra, maar daar werd in dit introductiepraatje met geen woord over gerept. 'Het is goed te weten hoe te reageren wanneer we oog in oog staan met één van deze dieren.' De tweede, veel jongere gids, weet wat er komen gaat en zet het op een achteloos rondslenteren. 'De beer: zoveel mogelijk geluid maken. Daar zijn ze bang voor. Sta je oog in oog met een agressieve neushoorn, klim dan zo snel mogelijk in de dichtstbijzijnde boom. Als er geen goed beklimbare boom is, verstop je dan achter de breedste boom die je kunt vinden. Sta je op een open veld? Ren dan, al zigzaggend, vier meter links, vier meter rechts (want daar is een neushoornlijf te log voor), voor je leven. De tijger. Laat die vooral gewoon met rust. De meeste tijgers vallen niet aan zonder aanleiding. Heb je de pech dat de tijger een kleintje bij zich heeft, dan zit er niets anders op dan "Namasté" zeggen, een schietgebedje doen en hopen dat je er genadig vanaf komt. Dan als laatst: de wilde olifant. Wat je moet doen als je die tegen komt? Weten we niet. Geen idee. Je bent in principe ten dode opgeschreven. Succes'. Ik slik. De gids laat een korte stilte vallen (misschien om zijn woorden kracht bij te zetten) en dan vertrekken we richting de eerste dichtbegroeide paden. Ik hoor iedere krakende tak onder mijn voeten en vraag me af hoeveel dieren dit geluid ook registreren. Daar lopen we dan, twee mannen in legerkleding en ik, gewapend met een stok.
De gids wijst op een in een boom gegraveerde nagelkrabsessie en een in het zand achtergebleven pootafdruk van een tijger en daarna trots op een hoopje poep van een beer. Daarmee wordt de aanwezigheid van deze wezens definitief bevestigd. Ik herhaal de veiligheidsvoorschriften nog twee keer uitgebreid in mijn hoofd. Ik hoop maar dat ik goed heb geluisterd en probeer niet te denken aan het feit dat in mijn Greenpeaceclubje in groep 7 (waar ik voornamelijk bij was gegaan omdat ik verliefd was op de jongen die het had opgericht), al vrij snel bleek dat ik een onwaarschijnlijk slechte boomklimmer ben.

Nog geen tweehonderd meter verder maant de oudste gids mij, met vinger voor de mond als teken geen geluid te maken, tot stilstand. Hij tuurt door de bomen. Ik kijk schichtig om me heen. Het zweet stroomt in staaltjes over mijn voorhoofd, een combinatie van angstzweet en de 42 graden Celsius die hier, tegen de grens met India, rond deze tijd van het jaar doodnormaal schijnt te zijn. Dan, met één vlijmscherpe armbeweging, wijst de gids met een priemende vinger naar een dier tussen de bomen. Mijn ogen worden zo groot als schoteltjes. Als ik zie om welk dier het gaat ontglipt me een zucht van opluchting; herten. Het zijn herten.
En alsof de herten net zo blij zijn dat ze hert zijn als ik, huppelen ze in volle vaart verder door de grote verscheidenheid aan planten, bomen en struiken. In het uur dat volgt zien we oneindig veel grote rode insecten, verschillende vogels en een paar wilde zwijnen. Van de grote reuzen geen spoor, wat ik denk ik niet eens zo erg vind, en waardoor ik soms, mede door de hitte, verdwijn in een dromerige gedachtewereld. Tot we, na honderden meters door elephantgrass te hebben gelopen, linksaf slaan en uitkomen bij de rivier. Wild gebaart de gids dat ik snel, maar zo stil mogelijk moet komen. Eerst geloof ik mijn ogen niet. In de rivier ligt een log, loom, maar reusachtig, bijna gepantserd lijf. Een neushoorn. En een paar meter verder nog twee. Ze nemen een bad en ik ben zo dichtbij dat ik ze kan horen ademen. In mijn ademloze, maar nog niet geheel op deze aardbodem verkerende verwondering, vergeet ik zowel foto's te maken als naar een boom te zoeken, voor mocht het nodig zijn. De gids fluistert: 'take a photo' en terwijl ik trots bekijk of de foto's het ritueel goed genoeg overbrengen schiet de dichtstbijzijnde neushoorn plotseling in volle snelheid overeind. Zijn ogen treffen de mijne en een zware proest doet mij genageld aan de grond bidden tot jezus of wie het ook moge horen. Daar gaan we dan. Dit is het. Dit is de jungle tegen mij en ik tegen de jungle. Ik ben ineens volledig in het hier en nu. Ik kijk naar de gids in de hoop dat hij precies weet wat er gaat gebeuren. Hij geeft geen kik.
Voor wat voelt als tien minuten sta ik daar oog in oog met die briesende, scherp gefocuste neushoorn, tot hij plotseling zijn hoofd wegdraait, vanuit de rivier de oever aan de overkant beklimt en wegdraaft tussen de lange sprieten gras. Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik zou het oeradrenaline willen noemen, maar het voelt stukken minder stoer dan het klinkt.
Pas na een half uur, als ik van de grootste schrik ben bekomen en een geciviliseerde olifant met een kleintje door de rivier zie waden, besef ik me wat ik zojuist heb gezien.

Terug bij de lodge eet ik soep met knoflooknaan-brood en probeer, tevergeefs, wat af te koelen. Ik maak een praatje met de jongens van het verblijf. Ze zeggen dat ik geluk heb gehad, met die neushoorns. 'You must have good karma'. Ik ben de enige gast want het is laagseizoen, en ze behandelen me alsof ik de prinses ben van de lage landen. In de middag ga ik op jeepsafari.

Harka is de gids van de jeep. Ik kijk hem aan en op de één of andere manier zijn we meteen dikke vrienden. Ik zag niet vaak mensen met zó veel plezier in de ogen. Dat belooft wat. In tegenstelling tot de voorschriften van die ochtend, vertelt Harka ons dat, zodra er sprake is van grote dieren, 'je kalm moet blijven, niet praten en vooral blijven zitten waar je zit'. Dat klinkt een stuk gemakkelijker dan rennen voor je leven. Ik ontspan. We vertrekken met tien man in de jeep, waaronder een Indiaas oververhit meisje met uitdrogingsverschijnselen en een Griekse Australiër. We crossen met grof geweld door de jungle en wanneer de chauffeur een dier denkt te spotten trapt hij vól op de rem. Zelfs de rijstijl in de jungle is bespottelijk, denk ik grinnikend. De eerste twee uur zijn het voornamelijk pauwen, herten en misverstanden waarvoor mijn hoofd zowat telkens tegen de stoel met stalen frame voor mij wordt geworpen. Niets wat ik in Nederland nooit gezien heb, op een vogel genaamd 'paradise flycatcher' na (waanzinnig!!). Wel moet erbij gezegd worden dat het ongelofelijk is op welke afstanden (en met welke snelheid) de mannen dieren kunnen spotten. De Australiër genaamd George kan er met zijn verstand niet bij en grapt dat we zijn beland in een pop-up jungle. Elke dag, zelfde plek, zelfde tijd, drukt er iemand op een knopje en schiet er een 'hert' omhoog. We hebben de grootste lol.

Na de tussenstop worden we ongeduldig, maar ons geduld wordt beloond. Midden in het middelhoge gras, aan de rand van het pad, staat een neushoorn onverstoorbaar te grazen. We kunnen hem haast aanraken. Het pantser waarin zijn huid lijkt te zijn vormgegeven zit onder de opgedroogde modder, het kleine staartje kwispelt de vliegen van het lijf. Een vogel strijkt neer op de gigantische neushoornrug en pikt de om hen heen zoemende vliegen uit de lucht. Het is prachtig en toch... dankzij de gillende Japanse meisjes op de achterbank die niets begrepen hadden van de zin 'kalm blijven, niet praten en blijven zitten waar je zit', voelde het een beetje alsof ik in een jeep door safaripark de Beekse Bergen reed en we dadelijk zouden pauzeren voor een ijsje.

Het klinkt misschien wat veeleisend, maar het bleef bij de neushoorn. We zagen nog wel overheidsolifanten badderen, maar door de rondleiding door het kamp die ik de eerste dag had gehad, waarin de olifanten van elkaar gescheiden en de voorpoten vastgebonden met kettingen gefrustreerd voortdurend heen en weer stonden te wiebelen, kon ik daar niet van genieten. Het maakte me intens verdrietig en het deed me besluiten niet deel te nemen aan de olifanten ride. Jammer genoeg miste ik daardoor ook de kans om met deze prachtige, gevoelige dieren het water in te gaan, maar ik wilde niets te maken hebben met deze praktijken ten behoeve van ons menselijk vermaak. Halverwege de terugrit zien we in de verte een dier op het pad. We zien niet wat het is. George roept grinnikend 'jongens, kalm blijven, niet praten en blijven zitten waar je zit!' en we zien met de slappe lach toe hoe de zeer groot uitgevallen haan in kwestie de overkant van het pad bereikt.

Direct daarna worden we overvallen door een storm. Het betrekt en begint onbedaarlijk te waaien. De wind mept me in het gezicht en met een grote glimlach vang ik de enorme druppels op met de rug van mijn hand. George draait zich om. 'Reminds you of home, hmm?'
Ik knik. 'I can understand', zegt hij. 'Exactly the same with all the rhino's and stuff'.


  • 26 Mei 2017 - 21:34

    A-M ;-):

    Jouw verslag lezen Elke was weer genieten, mooi en leuk verwoord weer dus dank dank dank!
    Veel plezier met alle verdere spannende dingen/mensen die nog op je pad komen daar!!
    xxx

  • 01 Juni 2017 - 08:39

    Jannes En Moow:

    Hahaha! Wat kan jij vermakelijk en goed schrijven zeg... wat een avontuur!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Elke

Actief sinds 03 Mei 2017
Verslag gelezen: 638
Totaal aantal bezoekers 9798

Voorgaande reizen:

03 Mei 2017 - 31 December 2017

Mijn eerste reis

03 Mei 2017 - 31 December 2017

Mijn eerste reis

07 Mei 2017 - 02 Juni 2017

Elke in Nepal

Landen bezocht: